Een 
boog
         metselen is een gevecht met de zwaartekracht. 
        Hoe hoger de metselaar komt, hoe meer de 
        
boogstenen
         naar beneden willen. 
        Daarom is een formeel nodig dat de zaak tijdelijk op zijn plaats houdt. 
         Het is een meestal houten constructie, die aan de bovenkant de lijn van de te 
         metselen boog volgt.
         Om te voorkomen dat een hoge stellage gebouwd moet worden, zijn de meeste bogen bij hun 
         
geboorte 
         voorzien van een 
         
impost, 
         waarop het formeel tijdelijk kan rusten. Anders zijn 
         
stempels 
         nodig.
        Pas als de boog sluit, de  
        
sluitsteen
         dus geplaatst is, 
        houdt de constructie zichzelf in evenwicht. Bij de bouw van een 
        
gewelf, 
        geldt hetzelfde.
        Als dan na enige tijd de 
        
mortel
         uitgehard is, kan het formeel weggehaald worden. 
         
         Maar hoe los je dan dat formeel dat 
         klem zit onder de verse boog? Het eenvoudigst is het leggen van wiggen op de impost, 
         voordat het formeel daarop geplaatst wordt. Door die wiggen weg te slaan, ontstaat voldoende spelen. 
         Maar er is ook een mooier verhaal. Een zak vol zand werd op de impost gelegd en het 
         formeel kwam daarop te staan. Later werd de zak lek gestoken, 
         het zand liep er uit en het probleem was opgelost.
        Niet alleen bij het metselen van een boog is een formeel handig, 
        om instorting te voorkomen van een labiele boog wordt vrijwel dezelfde steunconstructie gebruikt.
        
        
        
        
        
        
        
        
          Tekst: Jean Penders, 05-2005. Bronnen: zie literatuurlijst. Foto: Jean Penders