Klik hier voor grote afbeelding (met gegevens)
Kerkhof

Het kerkhof is de hof van de kerk. Als zodanig gold deze in de Middeleeuwen als geheiligde grond en mede daarom was het een vrijplaats, waar een misdadiger (even) respijt kon vinden. Evenzeer omwille van de 'heiligheid' van de plek was de kerk bij gewapende conflicten een schuilplaats voor de locale bevolking. Maar dat deze status niet altijd afdoende was, blijkt uit de vele kerktorens en kerken die verdedigbaar waren: dat hielp in de praktijk toch net iets beter. Soms werd het hele kerkhof uitgebouwd tot een vesting, dat zijn de weerbare kerkhoven.
Een christen werd het liefst in de kerk begraven, maar er waren veel meer gelovigen dan plaatsen in de kerk. De gewijde aarde van het kerkhof was dan de op één na beste keus. Hierdoor noemen nog veel mensen iedere begraafplaats een 'kerkhof', ook al werd al meer dan een eeuw geleden het begraven om hygiënische redenen veelal verplaatst naar nieuwe begraafplaatsen buiten de bebouwde kom.
Oude kerkhoven zijn in de steden pleinen geworden, op het platteland tonen ze vaak nog hun oude grafstenen. Ook een baarhuisje, een knekelhuis en soms nog een kerkhofkapel kunnen het beeld completeren. Hoewel de duivelsroosters, die altijd in de toegangen naar het kerkhof lagen bedoeld waren om de honden en loslopende varkens het wroeten in de verse graven te beletten, heeft de middeleeuwer deze natuurlijk vooral gezien als een middel om de duivel (met zijn bokkenpoten) weg te houden.




Tekst: Jean Penders, 10-2005. Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders