Klik hier voor grote foto (met gegevens)
Vorstpan

Op de nok van het dak passen geen gewone dakpannen, en op hoekkepers ontstaat eenzelfde probleem. Er is daar iets nodig dat min of meer halfrond de nok of hoekkeper afdekt en over de aangrenzende dakpannen heenvalt. Dat is de vorstpan: de dakpan die speciaal voor allerlei vorsten bedoeld is. Op de nok heet deze, zoals te verwachten valt, de nokvorst en op de hoekkeper de hoekkepervorst.
Om de vorstpan vast te zetten en de ruimte tussen de bovenzijde van de pannen op de dakschilden en de nokvorsten te vullen wordt cement gebruikt. Dit is de nokuitvulling.
De modernere vorsten hebben, evenals de machinale pannen, een sluiting. Zo grijpen ze met een wel over de opstaande rand van de voorgaande heen. De eerste en laatste vorstpan kunnen een ronde afsluiting hebben en heten dan de begin- en eindvorstpan.
De nokuitvulling is niet nodig, wanneer zadelvorstpannen gebruikt worden. Dit zijn speciale vorstpannen die bij het gebruikte type dakpan horen en het profiel ervan over nok heen doorzetten. De breedte van die dakpan bepaalt dan ook de lengte van de omloopvorstpan.
De nokvorst kan aan de bovenkant een gleuf hebben, waarin dan een vorstkam past.
Een schilddak en een wolfdak leveren een probleem: drie vorsten komen bij het nokeinde bij elkaar. Daarvoor is het broekstuk ontwikkeld, waarop dan eventueel nog een piron geplaatst kan worden.

Bij een rieten dak kan ook een soort vorstpan gebruikt worden, we spreken dan van een rietvorst.

Tekst: Jean Penders, 05-2005. Bronnen: zie literatuurlijst. Foto: Jean Penders