Klik hier voor grote afbeelding (met gegevens)
Centraalbouw

We zijn in het noordwesten van Europa zo gewend aan kerken in de vorm van een latijns kruis (met één langere arm), dat we in zuid- en oost-Europa af en toe vreemd opkijken van geheel andere plattegronden. In de Byzantijnse wereld is centraalbouw heel gebruikelijk, met meestal een hoge koepel als centrum. Dit is de bouwvorm die terugkomt in de moskee. De Byzantijnse kerk heeft meestal een Grieks kruis (met vier even lange armen) als basis. Rond de centrale koepel kunnen ook de armen een (kleinere) koepel dragen: dit is de kruiskoepelkerk. Is deze plattegrond aangevuld tot een vierkant, dan is er zelfs plaats voor negen koepels.
De beroemdste kerk uit het oosten is de Hagia Sofia in Istanbul, met een enorme koepel als middelpunt. De plattegrond heeft een duidelijke hoofdrichting, maar toch wordt dit als een centraalbouw ervaren. Dat blijkt uit de vele navolgingen van deze kerk: de San Vitale in Ravenna, de Dom van Aken als afspiegeling daarvan en de Nicolaaskapel op het Valkhof te Nijmegen als verwijzing naar Aken.
Hoe origineel was de centraalbouw in het oosten? Was dit niet ook al weer een verwijzing naar de Romeinse voorbeelden, zoals het Pantheon van Rome?
Vanuit het oosten drong de centraalbouw dus af en toe door in de gewone kerkbouw. Het zijn echter vooral baptisteria en Jeruzalemkapellen die een veelhoekige of ronde plattegrond hebben: beide verwijzen hiermee naar hun eigen, geheel verschillende oorsprong.
Af en toe zien we een niet kerkelijk gebouw als centraalbouw, zoals een mausoleum.
In de renaissance beleeft de centraalbouw een ongekende bloei, die ook nog doorloopt in de barok. Hierbij werd niet alleen teruggegrepen op klassieke voorbeelden, het was ook, met name in protestantse streken, een manier om nieuwe bedehuizen te ontwikkelen die niet afgeleid was van de middeleeuwse, katholieke kerkbouw.

Tekst: Jean Penders (01-2007). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders