Klik hier voor grote afbeelding (met gegevens)
Lid   van scharnier

De bladen van een scharnier zitten goed vast aan dat wat ten opzichte van elkaar moet kunnen draaien. Dat vastmaken lukt best met wat flinke schroeven. Maar hoe maak je ze aan elkaar vast en dan ook nog zo dat ze de gewenste beweging toelaten? Ieder blad heeft aan de kant van de knoop - het deel van het scharnier waar alles om draait - één of meestal meer holle uitstekende delen: dat zijn de leden. Die van het rechter en linker blad passen precies in elkaar en wanneer je dan een pen door die holte steekt, blijven ze zo zitten.
Je ziet dus om de beurt een lid van het ene en dan van het andere blad boven elkaar. Soms is daartussen nog ruimte voor een ring, die vergemakkelijkt het draaien van de zwaar op elkaar leunende bladen en vermindert de slijtage van de bladen.

De holte kan op drie manieren verkregen worden. Wanneer je een kant van een bled oprolt, hoef je er alleen nog de stukken uit te zagen, waar de leden van het andere blad in gestoken moeten worden. Dit levert een 'gerolde knoop'.
Een andere manier is het vouwen van een dubbellang stuk metaal, zodat in de vouw ruimte voor de pen ontstaat: de 'gevouwen knoop'
Wanneer het blad gegoten wordt, kan het aan één kant zoveel dikker zijn, dat daarin de holte voor de pen uitgeboord kan worden: de 'geboorde knoop'. Ook in de laatste twee gevallen moet er ruimte voor de andere leden gemaakt worden.
Een gewoon scharnier heet 'enkelledig' wanneer het ene blad met één lid tussen twee van het andere steekt. Een paumelle heeft maar twee leden.

Tekst: Jean Penders (02-2008). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders@