Klik hier voor onbewerkte afbeelding (met gegevens)
Mijter

Een bisschop is herkenbaar aan zijn hoofddeksel: de mijter. Tegenwoordig kennen veel kinderen deze alleen nog van Sinterklaas.
De voor- en achterkant van de mijter tonen twee sterk oplopende lijnen die min of meer een driehoek vormen. De oude term voor die driehoekige vorm is 'keper', nu nog vaak te herkennen in bouwkundige termen als 'keperfries' en 'keperverband'. Waarom de keperboog ook 'mijterboog' genoemd wordt, nu is wel duidelijk.
Met de keperlatei komen we bij een dilemma: het is geen driehoekige latei, want de korte zijden vormen de vierde en vijfde zijde. De interpretatie van de 'kepervorm' van de mijter als een vijfhoek is ook te zien in de term 'bisschopmuts', een vorm van cementtegels. Deze hebben vijf hoeken, waarvan er drie recht en twee stomp zijn; teken het resultaat maar uit.
Wanneer de mijter niet van voren, maar van opzij bekeken wordt, verschijnt een heel ander beeld: tussen de opgaande voor- en achterkant verschijnt een V-vorm, die in het midden naar beneden wijst. Ook deze vorm is de bouwers niet ontgaan: de 'papenmuts' is een klein vooruitgeschoven verdedigingswerk dat van bovenaf gezien de beschreven vorm heeft.




Tekst: Jean Penders, 12-2005. Afbeelding: Jean Penders