Klik hier voor grote afbeelding (met gegevens)
Philibertspant

Een Philibertkap is opgebouwd uit Philibertspanten, boogspanten van grenen of vurenhout. Zou zo'n boogvorm uit één dikke balk gezaagd of gehakt worden, dan zou deze breken omdat de houtvezels niet met de bocht meelopen. De Franse bouwmeester Philippe de l'Orme (1512-1577) bedacht een oplossing. Hij spijkerde met hun platte kant een aantal planken op elkaar, die ieder in een gebogen vorm gezaagd waren. De planken staan rechtop, ze zijn 'kantstaand' gesteld, oftewel: als je in het midden van de boog staat, dan kijk je tegen de smalle kant van de planken aan. Je ziet dan duidelijk dat het spant twee, drie of meer planken dik is en je ziet ook dat de naden tussen de opeenvolgende planken verspringen. Daarom breekt het spant niet, de naastliggende planken beschermen die kwetsbare plekken.
Toch blijft het Philibertspant gevoeliger voor breuk als zijn verre voorloper: de krommer van krom gegroeid eikenhout. Een ander nadeel is dat er van iedere plank bij het in vorm zagen hout verloren gaat.
In plaats van met spijkers konden de planken ook met deuvels gekoppeld worden.
Boven grijpen de beide benen van het Philibertspant in een makelaar.
De opvolger van het Philibertspant is het gelamineerde spant, waarbij de planken een kwart slag gedraaid zijn en daartoe zelf dus in de juiste vorm gebogen zijn.

Tekst: Jean Penders (10-2006). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Paul van Houten