Klik hier voor grote afbeelding (met gegevens)
Schijnvenster

Het schijnvenster is een heel aardig onderwerp. Het wekt de schijn van een venster, maar het is een blindnis. Maar waarom komen we schijnvensters tegen?
Daar zijn heel verschillende redenen voor te geven: het ene schijnvenster is het andere niet. Om te beginnen zijn er vensters dichtgezet, omdat het op die plaats bij een nieuwe inrichting van het interieur in de weg zat. Helemaal wegwerken is dan een optie. Niet altijd geeft dat een bevredigend gevelbeeld: het huis is zo niet ontworpen, dus je gaat wat missen op die plek. Verdiept dichtzetten levert een nis als compromis.
Daarmee zijn we dan bij de tweede verklaring: soms zat een door de architect voor zijn ontwerp gewenst venster al vóór de bouw in de weg. Een schijnvenster bood uitkomst.
Eigenlijk hangt de derde verklaring met beide voorgaande samen: het 'venster- en deurgeld'. Deze vroeg-negentiende-eeuwse belasting op het aantal muuropeningen in de voorgevel maakte het voordelig om snel even de metselaar in te huren, dat scheelde voortaan ieder jaar in de portemonnee. Maar waarom gold die regel alleen voor de voorgevel? Omdat een gevel met veel vensters als een blijk van status gold. Had je een brede voorgevel, wel tig vensters breed, dan wàs je iemand. Dik doen en geen cent teveel betalen? Kies dan voor wat extra schijnvensters! Soms werden deze zelfs voorzien van geschilderde of in pleisterwerk geïmiteerde roeden. Vermakelijk zijn voorbeelden waarbij hiervoor gekleurde baksteen gekozen werd, zo keurig in verband gemetseld dat je eerst niet ziet dat je hier de raamindeling moet herkennen.




Tekst: Jean Penders, 03-2006. Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders