Klik hier voor grote afbeelding (met gegevens)
Spinthout

Wanneer een boom geveld wordt laat de stam op zijn doorsnede heel wat zien, dat voordien niet te zien was. Om te beginnen de duidelijk afwijkende bast en de boomschors aan de buitenkant. Het hout daarbinnen toont jaarringen: één ring voor ieder jaar dat de boom geleefd heeft. De oudste zit in het midden bij het hart, de jongste net onder de bast, want dáár groeit de boom.
Tussen de bast en de buitenste jaarring van het spint zit een dunne laag kwetsbare vezels: het cambium. Dit is de groeilaag, naar binnen scheidt het cambium spinthout af, naar buiten bast. Het cambium is vochtig en daardoor komt de bast gemakkelijk los van het hout, zoals te zien is na een aanrijding door een auto.
Door de vezels van de buitenste jaarringen worden de levenssappen omhoog gevoerd. Door de bast worden de afvalstoffen naar beneden afgevoerd. Vooral bij naaldhout is goed te zien dat van het hout de buitenste jaarringen anders is, minder stevig. Dat is het nog levende hout, het spinthout. Het spint omgeeft het kernhout, dat dood is.
Omdat het spinthout het jongste is (en dus tot aan de kapdatum aangemaakt is), kan de dendrochronologie hout alleen goed dateren wanneer dit spint er niet afgehaald is. Helaas - voor de bouwhistoricus - is dat meestal wel verwijderd. Voor de timmerman is dat wel gunstig. Omdat de groeistoffen in het spinthout zitten, is dit nog zachte hout het gevoeligst voor aantasting door schimmels en akelige beestjes. Dat is niet best voor de duurzaamheid.


Tekst: Jean Penders (05-2007). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders